Het blijft onbevattelijk...

Uit de digitale nieuwsbrief van de synagoge in Groningen, oktober 2019 

In de digitale nieuwsbrief van oktober 2019, uitgegeven door de synagoge in de Folkingestraat in Groningen, verscheen de tekst van de rede die daar door Winnie van Hasselt werd uitgesproken bij de herdenking van het wegvoeren van de bewoners en verzorgenden van het Joodse bejaardenhuis Beth Zekenim in Stad. 

Die rede sluit op diverse punten aan bij de eerste struikelstenen die in Warffum werden gelegd voor Levie en Frouke van der Hal - Bloemendal, de laatste Joden die uit Warffum moesten vertrekken. Het bleek dat Levie en Frouke met hetzelfde transport naar Westerbork en later naar Sobibor werden vervoerd als de mensen voor wie op 1 september 2019 bovengenoemde herdenking werd gehouden. 

Vandaar dat hier - met dank aan Winnie van Hasselt - de tekst wordt geplaatst van deze rede, omdat daarin zo'n duidelijk en invoelbaar beeld wordt geschetst van het leven in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw, en het lot van de Joodse inwoners van ons land en ons dorp. 

Geef mij onze klei maar

Voordracht in de Nieuwe Kerk in Amsterdam op 4 mei 2013 door Pauline Broekema

In de avond van 4 mei vindt jaarlijks de Nationale Herdenking plaats. Voorafgaande aan de plechtigheid bij het Nationaal Monument op de Dam organiseert het Nationaal Comité 4 en 5 mei in De Nieuwe Kerk te Amsterdam een herdenkingsbijeenkomst met overlevenden van de Tweede Wereldoorlog en nabestaanden van oorlogsslachtoffers. Bij die bijeenkomst zijn Z.M. de Koning, H.M. de Koningin en officiële genodigden aanwezig. In 2013 heeft het Nationaal Comité 4 en 5 mei Pauline Broekema uitgenodigd om tijdens de bijeenkomst in De Nieuwe Kerk een voordracht te houden. De tekst van deze voordracht, ‘Geef mij onze klei maar!’ getiteld, volgt hier. Pauline Broekema is tv-journalist en schrijfster. Zij deed onderzoek naar joods leven in de mediene en publiceerde daarover het boek Benjamin. Een verzwegen dood. In haar 4 mei-voordracht verwerkte zij materiaal dat eerst na verschijnen van dat boek aan het licht kwam. 

‘Geef mij onze klei maar!’